Voor jou als je denkt dat het allemaal geen nut heeft. Voor jou als je zo iemand kent. Voor het te laat is. Omdat ik dankbaar ben dat het bij mij niet is gelukt.
In mijn zoektocht naar het grote ‘waarom’ was fatalisme mijn allergrootste vriend. Als iets geen nut heeft, waarom doe je het dan? Wat is dat grote doel van dit alles? Niks. Dus, wat maakt het uit wat je doet. Het heeft toch geen reden of nut. Dat was een comfortabele mindset waar ik graag, en jarenlang, in rond doolde.
Het leven was 1 groot feest: ik zoop mij 3 slagen in de rondte, rookte als een ketter en behandelde mijn lijf als een ‘noodzakelijk kwaad’. Een soort protest tegen het moeten leven. Moeten ja. Ik had er zelf niet voor gekozen en voelde mij gedwongen er iets van te moeten maken. Zo hoort dat namelijk. Met een ogenschijnlijk gemak fietste ik door de jaren heen. Ik zou het nu meer onverschillig overleven noemen.
Een jaar of 7 geleden zag ik René Gude op tv (DWDD prachtig interview). Een geamputeerd been, een redelijk duidelijk einde in zicht en toch nog zo gedreven. Een vreemd soort optimisme. Ik snapte er geen reet van. Hij introduceerde het begrip ‘depressionisme’ en dat woord kwam bij mij binnen als een donderslag.
‘Een optimistische depressieveling of een depressieve optimist’. Althans, dat was mijn interpretatie ervan. Kijk, daar kon ik wat mee. Vlees nog vis. Hand in hand: mij totaal shit voelen en toch een optimist zijn. Een nieuw woord voor mijn fatalisme. Zijn ontzettend heldere en simpele uitleg over leven terwijl het onomstotelijke bewijs van de dood al voor hem lag. Zijn boosheid en kwetsbaarheid raakten mij en ik voelde mij bijna beschaamd dat ik met dat ‘leven’ zo roekeloos om ging.
Kort daarop kwam ik per ongeluk in een interview terecht over die grote vraag, dat grote nut. En daar zat een oudere man, een filosoof. In een grote, leren stoel keek hij mij rustig aan. Ook hij met die eindstreep al in zicht. En pijnlijk eerlijk zei hij: “Er is geen nut. Het heeft geen diepere laag. Anders dan voortplanting, is er geen meetbaar doel voor ons bestaan.”
Boem, in my face. Hehe, eindelijk iemand die hardop zegt wat ik al decennia voel. De legitimatie voor mijn fatalistische visie en levensstijl klopte!
Hij was alleen nog niet uitgesproken en vervolgde met de simpele zin: “Het enige nut is het te leven. Je leven te leven.” En daarmee kwam voor mij eindelijk het alternatief voor een roekeloze vorm van leven naar een meer realistische en berustende vorm.
‘Als je er dan toch bent, leef het dan ook, dat leven.’ Ik heb er een tatoeage van laten zetten om het nooit meer te vergeten, hoe simpel het ook lijkt om te onthouden.
Waarom dit bericht? Vorige week hoorde ik het onverdraaglijke nieuws van een overzeese vriendin waarvan haar zoon, in de leeftijd van mijn eigen kids, het leven niet meer kon verdragen.
Wat moet hij zich eenzaam gevoeld hebben. En nog zoveel meer maar dat zullen we niet weten. We kunnen het niet meer aan hem vragen of met hem bespreken. En hem vooral niet meer kunnen laten zien dat het uitzichtloze gevoel dat je kan hebben in je jongvolwassenheid, écht over kan gaan.
Ik ben inmiddels bijna 52 en ben blij dat mijn 2 pogingen eruit te stappen wel omkeerbaar waren.
Dat ik gedwongen werd erover te praten.
Dat het er ‘mocht’ zijn, dat gevoel van totale zinloosheid.
Maak er alsjeblieft geen taboe van, loop er niet voor weg als iemand zegt dat hij of zij niet meer wil. Of als je dit merkt. Geef het ruimte en praat het niet weg. Hoe ongemakkelijk je het zelf ook vindt. Of confronterend. Of je zo machteloos laat voelen. Luister ernaar en ben er. Beter nu dan als het te laat is.